“Mam, ik heb een frierkommatries voor Frans.” Mijn puber komt uit school, smijt zijn tas midden in het gangpad en zijn jas onder de kapstok. Ik kijk enigszins tevreden naar het tafereeltje. Onder de kapstok is immers al bijna er op. En in het gangpad is al best goed op weg naar zijn slaapkamer. Hij loopt langs me op en duikt de kast in op zoek naar iets lekkers vermoed ik. “Wat zei je nou net over Frans?” Vraag ik. “Oh, ik had een fierkommatries.” Mompelt hij terwijl zijn hoofd nog steeds in de kast steekt. Een fierkommatries aha.
Als hij op de bank neerploft met zijn iPad op schoot, benen op tafel en zijn oordopjes inplugt vraag ik nogmaals wat hij zojuist zei. Hij zegt nu luid en duidelijk: “Ik had een vier komma drie voor Frans.” Als ik zeg dat het jammer genoeg een onvoldoende is antwoordt hij nonchalant: “Iedereen van mijn klas had een laag punt!” Blijkbaar is het halen van een onvoldoende geoorloofd bij pubers als iedereen van de klas een laag punt had.
Als hij een tijd later zijn huiswerk Frans maakt, zijn gemiddelde moet immers opgekrikt worden, hoor ik niets anders dan gekreun en gesteun. Hij hangt van zijn ene op zijn andere arm en blijft schuiven op zijn stoel. Na een poosje slaat hij zijn boek dicht en zegt: “Zo, ik heb genoeg geleerd, ik wil later toch geen Frans kunnen spreken. Dat heb ik nergens voor nodig. “
Nou ja, zo simpel is het natuurlijk niet. Maar ik kan me het wel heel goed voorstellen. Toen ik op Mavo de Mere in Boxmeer zat in de jaren negentig kreeg ik Frans van mijnheer Blankendaal. Trouwens, tegenwoordig weet de jeugd alle voornamen van de leerkrachten. Ik kan me die van mijn leraren op de Mavo niet herinneren, en al helemaal niet van de statige man die mijnheer Blankendaal was. Op een of andere manier dacht je er geen moment aan dat die man überhaupt een voornaam had. Dat paste gewoon niet. Mijnheer Blankendaal kon de lesstof fantastisch overbrengen maar desondanks heeft de Franse taal me nooit geboeid. Ik had en heb er niets mee. Toen het eindelijk kon, heb ik Frans dan ook snel laten vallen. Van mijn tweejarige carrière Frans is alleen het volgende in mijn geheugen bewaard gebleven: Je m’apelle Wanda. Je voudrais reserve un chambre pour le weekend. Avec bain et toilet. Het zal wel niet op de juiste manier geschreven zijn maar behalve de woorden paraplu en trottoir is dit alles wat ik weet over de Franse taal.
Tja, en toen moest ik hete nog even over die fierkommatries hebben natuurlijk met mijn puber. Ik vind dat punt niet zo shocking vergeleken met de punten die ik haalde voor Frans op de Mavo. Maar dat kan ik misschien beter niet tegen mijn pubers vertellen. Dus ik zeg opvoedkundig verantwoord: “Als je de volgende keer een achtkommatries haalt, dan sta je gemiddeld toch weer een voldoende. Doe je best jongen. “
Dag Wanda,
Wat keuk om te lezen. Ook ik zat op de Mavo in Boxmeer en kreeg Frans van meneer Blankendaal!
Hallo,
Wat een mooie man he?! Ik zat daar eind jaren 80.
Groetjes Wanda