Er is zoveel te doen altijd over ouders langs de lijn van het sportveld. En dan vooral de ouders die hun frustraties van de hele werkweek uiten op het sportveld van hun kind. Tegen hun sportende kind. Ook ik sta regelmatig langs de lijn. Onze twee jongens voetballen en tennissen allebei. Als ik kan, dan sta ik er langs de lijn, als ze moeten spelen. Ik kan van mezelf zeggen dat ik verbaal fanatiek aanwezig ben als ik naar een voetbalwedstrijd van de kinderen sta te kijken. Maar dat is, volgens mij, niet op een negatieve manier. Dit in tegenstelling wat we zo nu en dan echt meemaken.
Onze oudste zoon speelde met zijn team een thuiswedstrijd. Even voor de duidelijkheid, hij speelt niet bij een topclub als PSV, Ajax of Feyenoord. Hij speelt gewoon bij de club in ons dorp. Nog voordat de wedstrijd was begonnen maakte de coach van de tegenstanders zich al behoorlijk druk. Wat ik begreep uit zijn boze woorden, wilden zijn pupillen maar niet luisteren naar hem. Ik gaf ze groot gelijk, dat had ik ook niet gedaan, maar goed. De wedstrijd begon. En hoe verder de tijd voorbij kroop, hoe roder de “Jullie-luisteren-niet-coach” werd, en hoe hoger zijn stemvolume werd. De andere ouders langs de lijn en ik, keken elkaar al enkele keren verbaasd aan. We reageerden in eerste instantie wat lacherig. De lichaamshouding van de coach sprak boekdelen. Hij stond voorovergebogen, zijn armen uitgespreid, één voet naar voren in het veld, de andere buiten de lijnen. En maar schreeuwen tegen die arme, kleine, spelertjes. Het lachen verging ons na verloop van tijd. Lachen werd verbazen, verbazen werd ergeren. En het ergeren zette zich vervolgens om in medelijden. Voor zijn team uiteraard. Nou, ja, eigenlijk ook wel naar hem toe. Deze man was duidelijk gefrustreerd in een ver gevorderd stadium. Eigenlijk was het gewoon zielig. Dat wat hier gebeurde overtrof elk Sire spotje. En waar gaat het toch over? Er is voor geen enkele voetballer op dit niveau een Ferrari te winnen.
Naast het voetbal, tennissen beide mannen. Mijn jongen stond onlangs een wedstrijd tegen een leeftijdsgenootje te spelen. En het was al vrij snel duidelijk dat hij goed speelde, maar zijn tegenstander op dat moment sterker was. De moeder van zijn tegenstander zat ook te kijken. Ze stond zich ontzettend op te vreten over het tennis van haar zoon. Ze zei zich dood te ergeren aan het aantal dubbel fouten dat hij maakte bijvoorbeeld. Ik snapte hier niets van. Iedereen die tennist, maakt wel eens een dubbel fout. Of zelfs meerdere. Ja, ook Nadal, Federer, en de zusjes Williams. En als zijn serve goed ging, had mijn zoon er niets tegen in te brengen. Ik zuchtte maar eens diep. Wat is dit toch met sommige ouders/volwassenen. Waarom verwachten ze van (hun) kinderen topprestaties? Waarom mogen ze geen fouten maken op het sportveld, of een keer hun dag niet hebben? Vanwaar die prestatiedrang? Natuurlijk is het leuk als ze winnen. Dat is goed voor hun zelfvertrouwen. Laat die kinderen toch lekker sporten. Geef aanwijzingen, en kritiek geven op zijn tijd mag best. Dat doe ik ook wel eens. Maar voor elk puntje van kritiek, 7 positieve punten daar bovenop!
Comments