Onze pubers spelen niet meer met Lego of Playmobil. Het speelgoed is tegenwoordig iets groter. Iets stoerder ook. Ze hebben een quad. Dat is een ding op vier wielen met een motor erin, om te crossen. Bij opa en oma in de wei kunnen ze zich bezig houden met jongens dingen. Mijn voorstelling hiervan was, een paar rondjes rond tuffen in de wei, de quad in de schuur en naar huis. De voorstelling van de jongens was, en is, echter ietsiepietsie anders.
Een van de eerste keren dat ze rustig rondjes reden ging het al mis. Onze jongste nam plaats op het blauwe racemonstertje. Het veiligheidsbandje aan zijn pols en een helm op. Een beetje spannend was het wel, maar de start was goed. Zelfs het schakelen lukte en hij maakte al een mooi rondje. Maar ineens werd het stil, we hoorden geen geronk van de motor meer. Stil is niet goed. Een lichtelijke vorm van paniek maakte zich meester van me. Zowel de quad als de chauffeur waren nergens meer te bekennen! Gelukkig kan mijn man hard rennen. Het kind was met quad en al door het prikkeldraad gereden en stond stil in het maisveld. Met de nodige schrammen op zijn huid en een kapotte broek kwam hij enigszins beduusd aangelopen. Zijn vader de quad voortduwend. Hij was even vergeten hoe hij moest remmen. Ach, remmen, het is maar een klein detail.
Toen ik vroeg aan de oudste of ik even achterop mocht voor een liftje, stemde hij direct in. Daar had ik al door op mijn hoede moeten zijn. Terwijl ik achterop zat gaf hij me toch een dot gas. Ik heb het hele stuk gillend doorgebracht. Aan mijn smeekbede om te stoppen gaf hij geen gehoor. Ook mijn knijpende vingers in zijn zij deden hem niet stoppen. Dit was de eerste en tevens de laatste keer dat ik bij hem, of wie dan ook, achterop zat. Met een schorre keel heb ik hem bedankt op de vraag of ik ook nog mee terug wilde.
Tegenwoordig ga ik niet meer kijken als ze gaan crossen. Ik durf het niet aan. Nee, zelfs het kijken niet. Het koste me telkens tien jaar van mijn leven. Hoe vertrouwder ze worden op hun quad hoe hoger de gemiddelde snelheid komt te liggen. Het rustig rondjes rijden is er al lang niet meer bij. Daarbij zijn ze beiden van de duivel niet bang. Laat het maar mooi een mannending zijn. Ik beken, het is struisvogelpolitiek, maar als ik het niet zie dan is het er niet.
Comments