Tijdens de zwangerschap is het voor jou en je baby goed om een gezonde bloedsuikerspiegel te hebben. Maar soms gebeurt het wel eens dat met behulp van de zwangerschapshormonen, de bloedsuikerspiegel niet in orde is. Dit wordt zwangerschapsdiabetes, in de volksmond ook wel eens zwangerschapssuiker, genoemd. 1 op de 10 zwangeren krijgt hiermee te maken. Maar heb je er zelf invloed op, kun je er iets tegen doen en wat zijn de gevolgen van diabetes tijdens de zwangerschap?
Inhoudsopgave
Wat is zwangerschapsdiabetes?
Door zwangerschapshormonen is je lichaam minder gevoelig voor insuline. Als het goed is pakt je lichaam dit zelf op en maakt zelf meer insuline aan, maar soms lukt dit niet. Je hebt dan last van zwangerschapsdiabetes. Dit is een tijdelijke vorm van diabetes, wat alleen voorkomt tijdens de zwangerschap en na de zwangerschap ook direct weer verdwijnt. Meestal uit zwangerschapsdiabetes zich tussen de 24e en 28e zwangerschapsweek.
Oorzaken zwangerschapsdiabetes
Zwangerschapsdiabetes kan iedereen overkomen, toch zijn er wel factoren die het risico hierop vergroten. Je hebt een hogere kans op zwangerschapsdiabetes als:
- Je overgewicht hebt met een BMI van 30 of hoger
- Je al eerder zwangerschapsdiabetes gehad hebt
- Je tijdens een eerdere zwangerschap je baby bent verloren om onverklaarbare redenen
- Je PCOS hebt
- Je directe familieleden (vader, moeder, broer/zus) diabetes type 2 hebben
- Je van Afrikaanse, Midden-Oosterse of Zuid-Aziatische afkomst bent
- Je eerder een zwaar kindje gekregen hebt (meer dan 4500 gram)
Symptomen zwangerschapsdiabetes
Er zijn veel vrouwen die totaal niet in de gaten hebben dat ze last hebben van zwangerschapsdiabetes. Toch komt het ook regelmatig voor dat vrouwen last hebben van bepaalde symptomen, waaruit blijkt dat het goed is om een test uit te voeren om te zien of er sprake is van zwangerschapsdiabetes. Je kunt last hebben van de volgende symptomen;
- Veel plassen
- Veel dorst hebben
- Gewichtsverlies
- Vermoeidheid
- Jeuk
- Veel vruchtwater
- Een baby die te groot is voor de zwangerschapsduur
Het opmerken van veel vruchtwater en de baby die te groot is, gebeurt tijdens een groeiecho. Bij twijfel door de verloskundige, zal er dan ook altijd een groeiecho ingepland worden. Eventueel zelfs twee om het verschil te kunnen meten en te zien hoe snel de baby groeit.
De suikertest
Bij twijfel over zwangerschapdiabetes of wanneer je in de risicogroep valt, zal je tussen de 24e en 28e zwangerschapsweek uitgenodigd worden voor een GTT (Glucose Tolerantie Test) of suikerwatertest. Er zijn ook ziekenhuizen waar alleen aan de hand van een bloedonderzoek gekeken wordt naar de suikerwaarden. Maar het schijnt dat de GTT het meest betrouwbaar is. Je komt nuchter naar het ziekenhuis, laat bloedprikken en vervolgens drink je het drankje op. Twee uur later wordt er opnieuw bloedgeprikt om te zien wat je lichaam met de grote hoeveelheid suiker heeft gedaan. Als je glusocewaarden goed zijn, kun je weer naar huis. En wanneer uit de waarden blijkt dat je zwangerschapsdiabetes hebt, zal je verder behandeld worden.
De waarden
Glucosewaarden Zwangerschapsdiabetes
Nuchter > 7,0 mmol/liter
Niet nuchter (2 uur na de maaltijd) > 7,8 mmol/liter
Streefwaarden Zwangerschapsdiabetes
Nuchter < 5,3 mmol/liter
Niet nuchter (1 uur na de maaltijd) < 7,8 mmol/liter
Niet nuchter (2 uur na de maaltijd) < 6,7 mmol/liter
Behandeling van zwangerschapsdiabetes
Zodra blijkt dat je zwangerschapsdiabetes hebt, wordt je gezien door verschillende disciplines. Een internist, een gynaecoloog, een medisch verloskundige en een diabetesverpleegkundige. Samen zullen zij er met jou voor zorgen dat de zwangerschap op een zo goed mogelijke manier begeleid en behandeld gaat worden. Niets doen is bij zwangerschapsdiabetes geen optie.
Behandeling door middel van een dieet
In eerste instantie zal er bekeken worden of je de zwangerschapsdiabetes de baas kunt zijn door je aan een strikt dieet te houden. Je krijgt hierin voedingsadvies van de diabetesverpleegkundige. Daarnaast prik je een aantal keer per dag zelf je suikerspiegel, door middel van een vingerprikje. Dit is even wennen in het begin, maar het is in principe pijnloos, alleen niet altijd even fijn. Vaak krijg je hier vanzelf een handigheidje in. De bloedwaardes worden eens in de zoveel tijd bekeken door de artsen en aan de hand van de uitslagen wordt bepaald of je door kunt gaan met het dieet of dat het toch blijkt nodig te zijn te starten met het spuiten van insuline. Vaak helpt het dieet goed, mits je je houdt aan het minder eten van vet en koolhydraten.
Behandeling door middel van insuline
Wanneer je je goed aan je dieet houdt en na een aantal weken blijkt dat je bloedwaarden echt te hoog blijven, kan er gestart worden met insuline. Samen met je arts zal je gaan uitzoeken op welke momenten van de dag er welke hoeveelheid insuline nodig is. En welke insuline je nodig hebt. Zo heb je kortwerkende insuline, maar ook langwerkende insuline (bijv. voor de nacht). Insuline spuit je zelf, dit doe je in je buik. Mijn ervaring is dat je er vrij weinig van voelt. Wel kan het eng voelen om in je buik te prikken, waar je baby in zit, maar deze zal er niets van merken.
Wat zijn de gevaren voor je baby?
Zwangerschapdiabetes hebben is niet zonder gevaar voor je kindje. Daarom is het van groot belang om je bloedwaarden zo goed mogelijk te krijgen met behulp van een dieet of zelfs insuline. Je baby krijgt via de placenta voedingsstoffen uit jouw bloed. Maar als je glucosewaarde te hoog is, zal dit bij je baby ook zo zijn. Er zijn dan verschillende gevolgen mogelijk:
- Je baby kan een te hoog geboortegewicht krijgen
- Door sterke schommelingen in de bloedsuikerspiegel kan de rijping van de longen bij je kind langzamer verlopen
- Door een te hoog geboortegewicht kan de bevalling moeilijk gaan en kan je baby bijvoorbeeld een schouderblessure oplopen
Als je in de laatste periode van je zwangerschap hoge glucosespiegels hebt, maakt je baby meer insuline aan. Wanneer na de bevalling de toevoer van glucose vanuit de placenta wegvalt, heeft je baby een groter risico op het krijgen van een te lage bloedglucosewaarde. Vaak is het daarom belangrijk om 24 tot 48 uur in het ziekenhuis te blijven na de bevalling om deze suikerwaardes regelmatig te meten, zodat de kinderarts kan ingrijpen als het nodig is. Als je kindje volgroeit is en verder gezond is, kunnen jullie meestal samen op een kamer verblijven.
Wat zijn de gevaren voor jezelf?
Als je last hebt van zwangerschapsdiabetes verdwijnt de diabetes meestal binnen een dag na de bevalling. Maar van de vrouwen die zwangerschapsdiabetes hebben gehad, krijgt de helft binnen vijf tot tien jaar diabetes type 2. Het is daarom heel belangrijk om extra te letten op voeding, gewicht en dagelijkse beweging, zodat je de kans op diabetes type 2 kunt verkleinen.
Medische bevalling
Zodra blijkt dat je zwangerschapsdiabetes hebt, zal je worden behandeld door het ziekenhuis. Een behandeling bij een verloskundigepraktijk is dan veelal niet meer mogelijk. Tenzij er een zeer goede samenwerking is tussen de verloskundigepraktijk en het ziekenhuis. Een thuisbevalling is in elk geval niet meer mogelijk bij het hebben van zwangerschapssuiker. Omdat het belangrijk is de baby na de bevalling zeer goed in de gaten te houden, maar ook je eigen glucosewaarden tijdens de bevalling gek kunnen doen (bijv. omdat je niet tot weinig eet), is het goed om jullie goed in de gaten te houden. Daarbij wordt je bij het hebben van zwangerschapsdiabetes vaak ook eerder ingeleid, om ervoor te zorgen dat de bevalling niet onmogelijk gaat worden door de grootte van je baby. Hoe langer je zwanger bent, hoe groter deze zal worden. Veel vrouwen met zwangerschapsdiabetes zijn niet langer dan 38 weken zwanger, omdat ze al eerder worden ingeleid.
Controle na de bevalling
In principe ben je 24 uur na je bevalling van de zwangerschapsdiabetes af. Het is wel belangrijk om af en toe je bloedsuikerspiegel nog even te controleren. 6 tot 8 weken na de bevalling kom je terug bij de diabetesverpleegkundige voor nacontrole. Hierbij wordt opnieuw bloedgeprikt en je urine wordt nagekeken om uit te sluiten dat je diabetes type 2 hebt. En de uitslag van het bloedonderzoek geeft veel inzicht voor de toekomst. Vaak kan de diabetesverpleegkundige je goed uitleggen waar je op moet letten de komende jaren. Bijvoorbeeld een hoog cholesterol gehalte of een verminderde werking van je schildklier. Dit alles kan invloed hebben op het ontwikkelen van diabetes type 2 en is dus zeer belangrijk om uit te zoeken als je niet meer vol met zwangerschapshormonen zit.
De gevolgen van zwangerschapsdiabetes
Wat de gevolgen zijn voor jezelf, heb ik net eerder al benoemd. Je hebt een veel hoger risico om binnen 5 tot 10 jaar diabetes type 2 te ontwikkelen. Maar ook voor je kind is er een hoger risico op diabetes type 2 op latere leeftijd. Gezond eten, afvallen en voldoende bewegen kan hier het risico in beperken. En ook voor je kind is gezond eten en voldoende beweging belangrijk om de risico’s te verlagen.
Risico bij een volgende zwangerschap
Bij een volgende zwangerschap heb je 75% kans op het opnieuw ontwikkelen van zwangerschapsdiabetes. Dit is een grote kans. Het kan verstandig zijn om voordat je opnieuw zwanger raakt, te overleggen met je arts en je suikerspiegel alvast te controleren. Vaak ontwikkel je bij een volgende zwangerschap al eerder in de zwangerschap zwangerschapsdiabetes. En zal je dus ook al eerder getest worden dan bij de eerste zwangerschap.
Hoewel ik ervaringsdeskundige ben en in beide zwangerschappen zwangerschapsdiabetes heb gehad, ben ik geen arts en is het belangrijk om bij twijfel altijd contact op te nemen met je arts of verloskundige.
Bedankt Joyce voor de leuke en informatieve blog !